Beter heel dan goed

Ik las op 14-jarige leeftijd in Demian van Hermann Hesse over Abraxas, de non-duale God van goed en kwaad. Ik confronteerde de dominee van de gereformeerde kerk ermee. Hij wist er niks van. Alleen de gereformeerden kwamen in de hemel en waren dus ‘de goeden’. Zij projecteerden het slechte op ‘de anderen’, die in werkelijkheid de slechtheid van de gereformeerden spiegelden. Ik nam dus op mijn 14e afscheid van die club met de uitspraak van Nietzsche in gedachten: ‘Hoed u voor de goeden, want het zijn de giftigste vliegen die steken.’

Verzoening

Ik zag en zie mezelf zowel in positieve als in negatieve zin gespiegeld worden. Ook zie ik de verzoening tussen de duivel en God, een eenwording van goed en kwaad. De uitspraak van Hermann Hesse uit Demian is heel mooi en heel en waar: ‘De naam van onze God is Abraxas. Hij is God en Satan tegelijk en vertegenwoordigt de lichte en donkere wereld.’ We hebben vaak ‘het slechte’ nodig om tot inzicht te komen. Van het zogenaamd slechte en de bijbehorende mislukkingen leren we het meest. Alleen zó ontwikkelen we ons tot een empathisch en ‘echt’ mens met een hart en een ziel. Door het tegendeel leren we de dingen kennen.

Ik had het slechte nodig gehad om tot het goede te komen

Duivel & engel

Nietzsche schreef het boek Voorbij goed en kwaad. Ik herken er veel in: ook ik kan een engel voor de een zijn en een duivel voor de ander. Ik heb alles in me, net als een hologram waarvan de afzonderlijke delen stuk voor stuk het geheel bevatten. Als we naar het evenbeeld van God zijn geschapen, zoals de Bijbel beweert, hoe zit het dan met de goedheid van God? Het is duidelijk: God weet ook heel goed wat kwaad is. Hij verzoent dat echter met het goede. Want wat voor de ene mens goed is, is slecht voor de ander.

De weg naar binnen

Goedheid is een relatief begrip. In beginsel meende ik er goed aan te doen om mijn vriendin financieel te steunen. Later zag ik in dat ik daardoor haar schadelijke rookpatroon in stand hield. Toen ik dat begreep, besloot ik haar slechte gewoonte niet meer te financieren. Ik besefte: ik was geen goede weldoener geweest, maar een slechte enabler! Zelf kreeg ik te maken met een depressie. Ik voelde mezelf slecht en vond eerst ook dat mij iets slechts overkwam. Mijn vriend Leon wees me er echter op dat mijn depressie er niet voor niets was en misschien zelfs wel door mijn Hoger Zelf gearrangeerd om bij mijn Ware Zelf te komen. Hij zei ook: “Henny het is de weg naar binnen.” Aan die woorden had ik genoeg om van mijn depressie iets goeds te maken. Achteraf gezien, toen ik eenmaal tot mijn Ware Zelf ontwaakt was, bleek het zelfs een groot geschenk te zijn geweest! Ik had het slechte nodig gehad om tot het goede te komen. Ik aanvaardde nu ook mijn schaduwkanten, die door mijn depressie gespiegeld werden, en werd een compleet mens, een ‘heel’ mens. Jung zei het al: beter heel dan goed.

Henny Bos

www.hennybos.com